Erica van Doorn van Slagerij Gelderblom in Woerden: "Klanten mogen mij ook na zes uur gerust bellen"

Zeventien jaar lang werkte Erika van Doorn in haar eigen slachterij. Na een kort uitstapje naar de keuken van een lunchroom staat ze nu ruim zes maanden aan het roer van haar eigen Gelderblom-slagerij in Woerden. Het vlees ontvangt ze in technische delen. “Dat is wel even afkicken.”

De keten Gelderblom is een franchiseconcept voor zelfstandige slagers. Jan Gelderblom begon in 1984 op 21-jarige leeftijd een slagerij. Tien jaar later opende hij een eerste franchisewinkel. Inmiddels zijn er vijftien winkels.

Uitdaging

Erika: “Jan benaderde mij vorig jaar en vroeg of ik het zag zitten om deze winkel over te nemen. De winkel liep niet lekker; de franchisenemer voldeed niet. Ik woon om de hoek en houd wel van een uitdaging, dus ik ben erin gesprongen. Het vlees bleef me trekken.” Ze lacht. “Als je eenmaal het vleesvirus hebt, kom je er niet meer vanaf.” Serieus: “Het gaat nog niet zoals ik wil, hoewel er wel een stijgende lijn te zien is. Het is best lastig, zo recht tegenover de Jumbo die 96 uur per week open is.”

Eigen slachterij

Erika van Doorn heeft al een hele carrière in het vlees achter de rug. Op 18-jarige leeftijd begint ze als winkelmedewerker bij een slagerij in Woerden. Ze krijgt een relatie met de zoon van het slagersechtpaar. Ze volgen allebei de slagersvakopleiding, trouwen en krijgen twee kinderen. “Mijn schoonouders hadden ook een eigen slachterij, die heb ik vanaf een bepaald moment samen met mijn man voortgezet.” Na zeventien jaar lang hard werken als slachter en vleesverwerker komt er twee jaar geleden een eind aan: het echtpaar gaat uit elkaar. Erika gaat haar eigen weg en werkt een jaar lang in de keuken van een lunchroom. Haar voormalig echtgenoot zet de slachterij voort, maar trekt na een jaar de stekker eruit.

De toonbank opmaken

“Ik heb natuurlijk veel vleeskennis, maar mijn winkelervaring is van wat langer geleden. Dus dat was wel even schakelen, bijvoorbeeld op het gebied van creativiteit. Een koe slachten en verwerken is wat anders dan het opmaken van een toonbank. Ook aanvoelen hoeveel ik moet maken en hoeveel ik zal verkopen, dat is en blijft een uitdaging. Ik krijg veel steun en begeleiding van Jan en er is contact met de collega-ondernemers van Gelderblom. Mijn dochter heeft de eerste maand geholpen, maar zij woont in Almere en werkt daar in de regio in een slagerij, dus zij kan niet continu helpen. Mijn zoon helpt af en toe nog en geeft feedback, maar hij verhuist binnenkort naar Twente.”

Standaard publiek

Het winkelcentrum trekt een vrij standaard publiek dat vooral een standaard pakket aan vleesproducten wil tegen een goede reclameprijs, vertelt Erika. “Zo normaal mogelijk. Volgens mij ben ik de enige Gelderblom-winkel die nog hamlappen verkoopt. En je ziet het ook terug in de maaltijden: sperziebonen, rode kool, bal gehakt erbij: zo normaal mogelijk. Het blijkt niet eenvoudig om dat te veranderen, zodra ik iets maak dat afwijkt van de standaard, dan blijf ik ermee zitten. Door allerlei hectiek – van de Kerst tot en met zes weken revalideren na een operatie – heb ik nog niet echt de tijd en mogelijkheid gehad om verschillende dingen uit te proberen.” Het franchiseconcept is overigens geen strak zittend keurslijf, zegt Erika. “Absoluut niet. Ik kan variëren zoveel als ik wil. Ik mag elders inkopen bijvoorbeeld, maar waarom zou ik? Jan doet veel voor mij, de kwaliteit van het vlees is goed, hij heeft een eigen worstmakerij en alles is goed geregeld. Onlangs heeft Jan Gelderblom het franchiseconcept verkocht aan De Waal Vers. Met hen heb ik binnenkort een gesprek om te zien hoe de formule er in de toekomst uit komt te zien.

Specifieke doelgroep

Uitgangspunt is om in ieder geval altijd kwaliteit te leveren. “Dat staat voorop. Vriendelijk en beleefd zijn tegen de klant hoort daarbij, evenals een schone en verzorgde winkel. Met De Waal onderzoek ik verder wat we nog meer kunnen doen. Ik draai nu bijvoorbeeld mee in het reclamesysteem van alle Gelderblom-winkels, maar niet alle producten die in de reclame zijn, verkoop ik hier. Dat kan beter, meer gericht op de specifieke doelgroep hier. Daarin moet je blijven zoeken naar de optimale situatie.” Erika is actief bezig om klanten te benaderen, te betrekken en te enthousiasmeren. “We worden bijvoorbeeld steeds actiever op facebook. En we geven klanten een visitekaartje mee, met de boodschap dat ze ons kunnen bellen, ook na zes uur. Om te bestellen, maar ook met vragen over de bereiding.”

Kwaliteit moet altijd top zijn

“De consument wordt kritischer en eet niet meer iedere dag vlees. Maar wat hij eet, moet wel goed zijn. Ik zie dat hier aan de kogelbiefstuk; die is heel goed en daar komen de mensen voor. Ook mensen die minder te besteden hebben en hun geld toch willen uitgeven aan een goed product. Dat verder ontwikkelen is een uitdaging. Soms zie je dat klanten toch weer hun vlees bij de Jumbo meenemen. Daarom moet de kwaliteit hier altijd top zijn. De Jumbo is op zondag van negen tot negen open en je ziet dat veel mensen dan de boodschappen voor de hele week zo veel mogelijk meenemen. 96 uur open; dat is voor een kleine ondernemer niet in te vullen. Bovendien, de drukste uren in de winkel zijn van pakweg vier uur tot net voor zessen; moet ik dan van acht tot acht open gaan?”

“Ondernemen doe ik natuurlijk al jaren; dat zit erin gebakken. De uitdaging, proberen er iets van te maken, dat vind ik nog steeds leuk. Toen dit op mijn pad kwam, zag ik dat als een kans en die heb ik met beide handen gegrepen.”