Slagerij Slootweg: "Het moet leuk blijven voor de klanten om naar de winkel te komen"

Het was niet gepland om nu al een winkel te beginnen naast zijn marktwagen. Maar toen Arie Pieter Slootweg (28) mei vorig jaar onverwacht tegen een geschikt pand aanliep was de beslissing snel genomen. “Ik was niet actief op zoek naar een winkelpand. Het was wel een stille droom.”

Een buurvrouw tipte Arie Pieter over het nieuwe pand aan de Stationsweg-Oost in Woudenberg. Een bakker en groenteboer vonden er al onderdak en de verhuurder wilde er graag nog een slager bij. “Ik zocht eigenlijk een productieruimte, maar ik zag het opzetten van een winkel meteen zitten. Mijn vrouw Leanne niet direct, maar zij is nu ook ‘om’. Ze doet overigens de administratie.”

Marktwagen

Arie Pieter begon als veertienjarige bij de slager in zijn woonplaats Maartensdijk. Eerst voor enkele uurtjes en van lieverlee werden dat er steeds meer. “Ik heb daar het vak geleerd. Ook kreeg ik er de visie mee dat de toonbank over de top gevuld moet zijn en dat je niet bang moet zijn dat je de producten niet verkoopt.” De slager in Maartensdijk leverde ook aan een aantal marktwagens. Toen een daarvan ermee stopte, nam Arie Pieter de wagen en standplaatsen op twee markten over. Hij bouwde dat uit naar zeven markten. “Dat heb ik acht jaar gedaan en nu hebben we nog vier markten. In combinatie met de winkel is dit beter te behappen.” Een winkel beginnen was een flinke stap, blikt Arie Pieter terug. “Ik had net geïnvesteerd in een nieuwe marktwagen toen dit pand op mijn weg kwam. Het pand was casco dus alles binnen moest nog gebeuren. Dat betekende niet alleen een financiële investering, er moest ook tijd in gestoken worden. Gelukkig vond ik winkelinrichter Gert Donker. Hij nam mij veel werk uit handen en ontzorgde mij volledig. Daar was ik wel heel blij mee.”

Meer kilo’s maken

De winkel en de marktwagen versterken elkaar, legt Arie Pieter uit. “Als ik onverhoopt te veel maak voor de winkel, verkoop ik het op de markt. Het assortiment in de wagen is gelijk aan dat van de winkel, behalve de maaltijden. Qua werkbelasting betekent dit vooral meer kilo’s product maken.
We maken producten als maaltijden, salades, broodjes en dergelijke zelf in de productieruimte onder de winkel. Daar zijn ook de koel- en vriescel en het kantoor annex kantine. Worsten, hammen en het varkensvlees komen van Zweistra Vlees en Vleeswaren. Een leverancier waar ik fijn contact mee heb. Het rundvlees is van Kees Vlot. Dat is altijd van goede kwaliteit. Het feit dat het uit de regio komt, is een verkoopargument.”

Steun

Een grote steun voor Arie Pieter is Hermen Landwaart. “Wij zijn volledig op elkaar ingespeeld en weten precies wat we aan elkaar hebben. Zonder Hermen had ik de stap naar het beginnen van een winkel nooit gemaakt.” Arie Pieter en Hermen wisselen het werk in de winkel en op de markt nu af. Met de zaterdaghulpen erbij bestaat het team nu uit tien personen. “Nu wordt er ineens veel meer van mij verwacht, zoals de zorg voor en het aansturen van mijn personeel.” Ik ben nog jong en merk dat ik nog veel moet leren. Ik kan mijzelf aardig gek maken in de zin van ‘dit moet beter’ of ‘ik moet dat nog verkopen’.”

Nieuwe dingen verzinnen

In de nabijgelegen dorpen Scherpenzeel en Renswoude zitten ook nog twee slagers. “Ik denk dat wij een wat luxer assortiment hebben met meer kant-en-klaar, maaltijden en salades en wat luxere producten. Ik vind het belangrijk om regelmatig iets nieuws te verzinnen. Deze week bedachten we bijvoorbeeld een Italiaanse cordon blue met parmaham, pesto, gedroogde tomaatjes en pijnboompitten. Wij vinden het een uitdaging om nieuwe dingen te bedenken en voor klanten moet het leuk blijven om naar de winkel te komen. Klanten zeggen ook dat ze het fijn vinden dat wij meer bieden dan een speklap en een karbonade.” Daarnaast draait het vooral om het leveren van kwaliteit. “Ik wil niet de goedkoopste zijn. Klanten die dat zoeken, zijn niet mijn klanten. Mijn visie is dat het wat luxer mag zijn en wat ‘breder’. Zo heb ik het geleerd en dat is waarin ik geloof.”

Continu scherp blijven

Het aannemen van nieuwe medewerkers ging eigenlijk best soepel, vertelt Arie Pieter. “Claudia was de eerste. Zij werkte eerder in een slagerij en had zelf een restaurant. Met haar kennis en ervaring is zij een aanwinst voor het bedrijf. Ze denkt ook echt mee en op die manier worden we samen steeds beter.” De opening in november was een gekkenhuis en de twee maanden daarna ook. “Ik had de openingsdrukte onderschat, dus toen stonden we met te weinig mensen. Met de hulp van familie en oud collega’s is dat goed gekomen. Vanaf januari is de aanloop gelukkig gestabiliseerd, maar we draaien boven de prognose die we hadden gesteld.” De reacties van de klanten zijn ronduit positief, vervolgt Arie Pieter. “Ze vinden allemaal de volle toonbank en het brede assortiment mooi. Dat betekent ook dat de mensen nu echt wel iets van ons verwachten, dus we moeten continu scherp blijven.”


“Ik heb me nog geen tel verveeld met de winkel erbij. Ik begin elke dag tussen zes en zeven uur en om circa half zeven ’s avonds is het wel klaar. Soms moet de computer nog wel even aan in de avond, maar mijn vrouw Leanne probeert het computerwerk zoveel mogelijk van mij over te nemen. Ik ben laatst een midweek weggeweest. Hermen nam de verantwoording voor de marktwagen en Claudia voor de winkel. Ik had niet gedacht dat dat na een half jaar al mogelijk zou zijn. Ik zag er van tevoren erg tegenop, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. Het helpt mij ook om de dingen nu wat meer los te laten en te vertrouwen op mijn team.”

‘Mijn visie is dat het wat luxer mag zijn en wat ‘breder’. Zo heb ik het geleerd en dat is waarin ik geloof.’


Tips van Arie Pieter

  • Probeer met je aanbod mee te gaan met de huidige tijd.
  • Laat zien wat je in huis hebt en wees niet bang om je toonbank vol te leggen. De mensen vinden dat ook mooi om te zien.
  • Luister gerust naar tips van anderen, maar volg je eigen koers.