10 belangrijkste inrichtingseisen uit de nieuwe Hygiƫnecode
Ondanks dat de inrichtingseisen maar zeer beperkt veranderd zijn in de nieuwe Hygiënecode, is het toch goed om met regelmaat bij de inrichting stil te staan.
- Routing. Zorg voor een logische routing in het bedrijf, van schoon naar vuil. Waarbij bijvoorbeeld vuile kratten niet door de schone ruimte hoeven. Maak bij de (ver)bouw een gedetailleerd ontwerp van indeling en inrichting. Denk aan een hygiënische en veilige routing en de plaatsing van de apparatuur. Ruimten, voorzieningen en apparatuur kunnen makkelijk worden schoongemaakt.
- Ventilatie. In productieruimte en sanitaire ruimte is voldoende ventilatie om besmetting via de lucht te beperken en de vorming van condens en schimmels te voorkomen. Let op: bij mechanische ventilatie, lopen luchtstromen van schoon naar vuil. Openingen en filters zijn goed schoon te maken.
- Toiletten zijn niet rechtstreeks verbonden met de productieruimte. Er moet een mogelijkheid zijn om de handen te wassen en drogen, na de toiletgang.
- Apparatuur en gereedschap is zo ontworpen dat deze na reiniging makkelijk te drogen is en dat er geen water in onderdelen blijft staan. Hierin kunnen micro-organismen groeien. Deze mogen geen koperen onderdelen bevatten, omdat koper in het vlees gaat zitten.
- Hakblokken zijn van een harde houtsoort of kunststof gemaakt. De groeven zijn niet dieper dan 1,5 mm.
- Deuren (en deurknoppen) kunnen gemaakt zijn van hout, maar moeten waterproof, goed te reinigen en niet-absorberend zijn. Deuren van de bereidingsruimte zijn zelfsluitend of direct te sluiten. De onderzijde van houten deuren kunnen worden versterkt met een metalen plaat/strip.
- Ramen zijn zo geplaatst en ontworpen dat besmetting wordt voorkomen en ongedierte (insecten en vogels) geweerd. Voor ramen die open kunnen zijn horren geplaatst. Deze zijn makkelijk te verwijderen en schoon te maken om ophoping van vuil te voorkomen. Kozijnen zijn corrosiebestendig en eenvoudig schoon te maken. Tip: Laat vensterbanken naar beneden schuin aflopen, om het gebruik als legplank te voorkomen.
- Wanden en muren bieden voldoende weerstand tegen mechanische krachten (stoten, botsen), zijn ondoordringbaar, niet-absorberend en goed te reinigen en onderhouden. Deze zijn bij voorkeur licht van kleur en kabels en leidingen zijn zoveel mogelijk weggewerkt.
- Vloeren zijn stootvast, ondoordringbaar, zonder scheuren of onnodige oneffenheden (bij voorkeur naadloos) , zuur – en zoutbestendig en slipvrij. Ze bevatten zoveel helling dat schrob- en spoelwater, rechtstreeks of via goten, gemakkelijk wegvloeit. Het water loopt af naar, met afneembare roosters afgedekte en van stankafsluiters voorziene, kolken. Als de vloer geheel vlak is, kan een mechanische afzuiging van het schoonmaakwater een alternatief zijn.
- Kranen en wasbakken. Gebruik mengkranen waarbij de kraan niet met de hand bediend hoeft te worden (advies). Denk aan kranen met voetbediening of een optisch systeem. Handen worden gedroogd met papieren doeken of een handdroger. Wasbakken voor producten zijn bij voorkeur andere bakken dan die waar de handen in worden gewassen. Zo niet, dan worden ze tussendoor goed gereinigd en gedesinfecteerd.
Voor een volledig overzicht van de eisen ga je naar paragraaf 1.1 Inrichtingseisen van de Hygiënecode voor het Slagers- en Poeliersbedrijf. In paragraaf 1.2 staan de eisen voor een mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte, dus ook voor kramen en foodtrucks.
Heb je vragen neem contact op met Jacques Rijk, Beleidsmedewerker Vaktechnologie, 070 3314630.
Meer informatie Hygienecode