Michel Sol, Slagerij Van Orsouw: "Je kunt beter een goedlopende slagerij overnemen"

Michel Sol zette als zevenjarige de eerste stappen op de slagersafdeling van de supermarkt van zijn vader. Bijna veertig jaar later nam hij in 2017 samen met zijn vrouw Nancy Slagerij Van Orsouw in het Brabantse Heesch over. “Ik had altijd al de stille wens iets voor mezelf te doen.”

“Ik heb de cijfers voor de overname op alle mogelijke manieren bekeken, maar wat ik me vooraf niet had gerealiseerd, is dat als je een succesvolle winkel overneemt, je het eigenlijk alleen maar slechter kunt doen. Daarbij; na een overname zie je in het eerste jaar normaal gesproken vaak een dip. Iedereen moet wennen aan de nieuwe situatie. In het tweede jaar lag de straat recht voor onze winkeldeur twintig weken open en nu – in het derde jaar - hebben we corona. Maar als ik naar de klantenaantallen kijk en de feedback die we krijgen, dan gaat het best goed”, zegt Michel.

Verdieping

Michel Sol is zeven jaar als hij in de supermarkt van zijn vader helpt met het vullen van de vakken. Hij helpt ook mee op de bakkersafdeling en op de AGF, maar de slagersafdeling vindt hij het leukste. “Vanwege de diversiteit en het feit dat je er je creativiteit in kwijt kunt.” Later doet hij de slagersvakopleiding en leert hij het vak bij Jan van Dun van Slagerij Van Roessel in Waalwijk. Daarna werkt hij circa acht jaar als ambulant slager bij Jumbo en helpt hij mee bij het opzetten van de slagersafdelingen van ruim honderd nieuwe winkels. Vervolgens werkt hij weer circa acht jaar als bedrijfsleider bij Van der Zee, de slagersafdeling van horecagroothandel Hanos. “Bij Van Roessel leerde ik het vak, bij Jumbo vooral managementtechnieken en mijn tijd bij Van der Zee zorgde voor veel verdieping, bijvoorbeeld over buitenlandse vleessoorten en het luxere segment.”

Puzzelstukjes

Uiteindelijk heeft hij het gevoel ‘aan zijn plafond’ te zitten. “Ik vroeg me af wat ik nog wilde en waar ik dat het beste kon realiseren. Ik had altijd al de stille wens om iets voor mezelf te doen en had inmiddels voldoende kennis en kunde opgebouwd. Onze kinderen waren inmiddels al wat ouder en zelfstandiger.” In die periode ontmoet hij Jan Gelderblom van de gelijknamige franchiseformule, een man met kennis van zaken en veel connecties, licht Michel toe. “Ik wilde geen nieuwe slagerij beginnen, omdat het lastig is om een nieuwe markt te creëren. Je kunt beter een goedlopende slagerij overnemen. Het was heel fijn om iemand erbij te hebben met ervaring in dit soort processen. Je moet naar de bank, een ondernemingsplan schrijven; dat heb ik weliswaar allemaal zelf gedaan, maar Jan begeleidde mij daarin. Hij heeft mij ook op het spoor gezet van Van Orsouw en daarmee vielen alle puzzelstukjes op zijn plaats. Het bedrijf had een prachtige omzet met een fantastisch team en was al veertig jaar een begrip in de omgeving. Ik woon hier bovendien slechts elf kilometer vandaan.” Het bedrijf is aangesloten bij de Gelderblom-formule, maar opereert onder de naam Slagerij Van Orsouw. “We wilden de ‘naam en faam’ van Van Orsouw behouden. Het is vooral aan de ‘achterkant’ dat we profiteren, bij inkoop, marketing en winkelmanagement bijvoorbeeld.”

Sleutel tot succes

Michels echtgenote Nancy werkte eerder al in een slagerij en deed een koksopleiding. Ze doet vooral de administratie, de verkoop en de catering. Daarnaast is er nog een chef-slager en een team verkoopmedewerksters. Michel staat vooral in de winkel. De overname is succesvol, vooral door het team dat intact is gebleven, meent Michel. “Dat is zonder meer de sleutel tot het succes. Daarnaast hebben we de succesvolle pijlers behouden; onder meer de achterham, het rookvlees, de organisatie rondom catering en barbecues. Aanpassingen in het assortiment hebben we bewust stap voor stap gedaan met wat luxer vlees, zoals Black Angus en lams- en kalfsvlees, en met meer specialiteiten. Ook de toonbank is anders ingedeeld. Hardlopers zijn gehakt, verse worst en schnitzel, zeg maar de boerenachtergrond van het dorp.” De winkel is hetzelfde gebleven, maar Michel heeft al voorzichtige plannen voor een verbouwing. “Binnen nu en pakweg drie jaar wil ik dat wel realiseren.”

De slagerij ligt op een steenworp afstand van coronabrandhaard Uden. Gelukkig waren er geen ziektegevallen onder het personeel. “Anderhalve meter afstand houden achter de toonbank is lastig. Iedereen heeft zich privé ‘rustig’ gehouden om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Daar hebben we onderling goede afspraken over gemaakt. In de winkel heb ik vier vloervakken gemaakt voor maximaal vier klanten, inmiddels zijn dat er drie.” Vrijwel de hele catering viel weg, normaal een aanzienlijk deel van de omzet. Gelukkig kwamen daar wel veel nieuwe klanten in de winkel voor in de plaats. “Dat maakte veel goed. We zijn ook direct begonnen met bezorgen. We waren al volop bezig met het opzetten van een webshop, maar die was niet op tijd gereed. Dus opende ik een e-mailadres en een whatsappnummer voor bestellingen en dat heb ik flink rondgebazuind. Het is wel lastig bestellen voor de mensen die je assortiment niet kennen. Deze herfst komt de webshop alsnog online. Met dat bezorgen gaan we dan ook zeker door, ook na corona. Er is markt voor, iedereen komt tijd tekort tegenwoordig. Het is de toekomst, denk ik. Kijk maar naar de busjes van AH en Jumbo in het straatbeeld.”

Kookstudio

“Van Orsouw is een traditionele slagerij. Maaltijden doen we maar beperkt, we hebben er de ruimte niet echt voor. Na de verbouwing willen we dit wel oppakken, want er is zeker markt voor. De belangrijkste ambitie is toch wel de verbouwing om het bedrijf meer aan te laten sluiten op deze tijd. We willen graag iets met een kookstudio en kookworkshops. We willen meer doen met keramische barbecues, Black Angus en maaltijden. Vegetarische producten heb ik nu niet in de toonbank vanwege ruimtegebrek, maar die moeten er in de toekomst wel komen.”

“Het houden van dieren, de stikstofdiscussie, het eten van vlees; de sector staat niet altijd in een goed daglicht. Dat is jammer, want het is een fantastisch vak. Als je de passie ziet bij de boeren en bij de slagers, dan moet je dat vak niet laten uitsterven. Daar moeten we samen alles aan doen.”

Terug naar Slagers in Beeld