Slagerij Aad van Eijk: “Gezellig en onderscheidend”

Slagerij Aad van Eijk is anders dan andere slagerijen. Zo prijkt er op de achterwand een afbeelding van een eigen koe die op een creatieve manier is bewerkt. Ook gebruiken ze eigen ontworpen iconen voor de woorden rund, varken, kip en lam. Dat soort elementen geven de slagerij een unieke uitstraling. “Dat is ook precies wat we wilden”, vertelt ondernemer Carla van Eijk. “We willen uniek en onderscheidend zijn. Daarom hebben we twee stylisten uit de horeca gevraagd om onderdeel uit te maken van ons bouwteam. En we hebben gewerkt met een interieurbouwer, een eigen aannemer, en eigen timmermannen. Die samenwerking leverde leuke, creatieve ideeën op.”

Gastvrijheid
De belangrijkste missie tijdens de bouw van de nieuwe slagerij was om te zorgen voor gezelligheid. “We hebben verschillende keren meegedaan met de verkiezing Slagers met Ster”, vertelt Carla. “In de enquêtes lazen we terug dat klanten onze zaak zo gezellig vonden. Dat wilden we nog beter tot zijn recht laten komen in de nieuwe slagerij.”
Die gezelligheid is gecreëerd met de nieuwe huisstijl en de bouwstijl. Maar vooral doordat de afstand tussen de medewerkers en de klanten overal klein is. Klanten zien om zich heen hoe medewerkers de producten bereiden, het maken van een praatje gaat daardoor heel natuurlijk. Er is zelfs glas geplaatst in de koelcel, om het open karakter te benadrukken. Ook is er een corner met een zitgedeelte waar klanten een belegd broodje en een kopje koffie kunnen bestellen en rustig kunnen eten.

Vader
Carla’s vader startte in 1971 als slager. “Mijn opa was boer, en in die tijd was het gebruikelijk om in de voetsporen van je vader te treden,” vertelt ze. “Maar mijn vader was eigenwijs. Hij wilde slager worden. Van zijn vader kreeg hij een koe cadeau waarmee hij kon fokken, en om te slachten. Van hieruit is de slagerij ontstaan. Het leuke is dat deze traditie is voortgezet. Ook wij hebben een koe gekregen van onze vader toen wij deze nieuwe winkel openden.”

Zaak overnemen
De kinderen van Aad van Eijk groeiden op in de slagerij. Walter en Ronald kozen er al snel voor om de slagerij over te nemen, maar Carla volgde een ander pad. Zij ging economie studeren. Vervolgens werkte ze vier jaar bij Unilever, en vier jaar bij Nestlé. “Ik heb bij die bedrijven een mooie tijd gehad. Toch waren er ook dagen dat het werk mij tegen stond. Dat gevoel had ik nooit op de dagen dat ik in de slagerij werkte. Elke zaterdag had ik weer zin om in de slagerij aan de slag te gaan.” Haar vader wilde op 65-jarige leeftijd stoppen als ondernemer en hij vroeg Carla of zij zijn aandelen over wilde nemen. “Ik voelde me wat bezwaard tegenover mijn broers”, vertelt Carla. “Zij hadden immers jaren gewerkt om de zaak op te bouwen. Daarom wilde ik dat eerst goed met hen bespreken. Toen bleek dat zij het totaal geen probleem vonden. ‘Oh, dat is best’, zeiden ze. En zo is het gelopen.”

Eigen rol
Carla werkt inmiddels vijf jaar als ondernemer in de zaak. Ze is verantwoordelijk voor het personeel, de financiën, de marketing en de maaltijden. Walter doet het voorraadbeheer en de inkoop van het eigen vee, het rundvlees en het varkensvlees. Ronald focust zich op de kip, de ontwikkeling van de vlugklaarproducten en de eigengemaakte vleeswaren. “Deze onderverdeling geeft een krachtige samenwerking”, zegt Carla. “We hebben ieder onze eigen rol en verantwoordelijkheden, en hoeven ons niet te veel met elkaar te bemoeien. Als ondernemers weten we wat we willen. Het is krachtig dat die ondernemersvisie op drie plekken in ons bedrijf goed naar voren komt.”

Maaltijden
Het nieuwe pand heeft een vloeroppervlakte van 250 vierkante meter, waarmee er meer ruimte kwam voor bijvoorbeeld de maaltijden. Carla bereidt veel maaltijden zelf, maar niet alles: voor twee dagen in de week heeft ze een Indische kok aangenomen. “Dat was een idee van een klant”, vertelt ze. “Sinds de verbouwing verkopen we 50% meer maaltijden. Ik kon het niet meer bijbenen. Bovendien kunnen wij Nederlanders Indische maaltijden nooit zo lekker bereiden als mensen uit die landen zelf.”
Carla vroeg de kok om gesprek te komen, en drie van haar lekkerste maaltijden mee te nemen. “Ik nam één hap, en dacht: aangenomen! Het was bijzonder lekker én onderscheidend.” Carla vindt dat deze maaltijden goed bij de slagerij passen. “Klanten vinden het leuk om écht Indische maaltijden te kopen. Bij ons weten ze dat deze aan onze hoge standaarden voldoen en zijn bereid met uitsluitend verse ingrediënten, zonder toevoegingen en met minder zout.”

Broodjes
Trots is ze ook op de nieuwe broodjescorner. Carla: “In de maanden voor de verbouwing ging ik elke zondag een broodje eten in een lunchroom. Zo deed ik ideeën op, en ontdekte wat klanten echt belangrijk vinden.” Onze broodjes worden belegd met eigengemaakte vleeswaren, die ter plekke vers worden gesneden. Daarna krijgen de broodjes een dressing uit eigen keuken. “Het brood komt van de ambachtelijke bakker uit Voorschoten. Daarbij schenken we eerlijke, duurzame koffie. Zo leveren we op alle fronten kwaliteit voor een goede prijs. Ik denk dat we hiermee een nieuwe klantengroep aanspreken.”

Eigen vee
Veel elementen in de slagerij zijn veranderd. Toch zijn bepaalde aspecten door de jaren heen gewoon hetzelfde gebleven, zoals het (deels) werken met vlees van eigen vee. “Een hobby van mijn vader”, aldus Carla. “De kunst is om altijd exact dezelfde kwaliteit te leveren; Walter is daar erg kritisch op. Klanten mogen geen verschil proeven tussen vlees van ons eigen vee en het ingekochte vlees”, vindt Carla. “Dat we ook vlees van eigen vee verkopen, vind ik waardevol. Het is uniek en geeft ons, en onze klanten, een goed gevoel. Zo houden we bovendien de kennis over het houden van vee in huis. We weten waar we het over hebben en dat stelt ons in staat om hoge kwaliteit in te kopen.”

Blijven groeien
Waar de slagerij over tien jaar staat? “We hebben natuurlijk een meerjarenplan, we weten wat ons doel is. Maar plannen zijn er om bijgesteld te worden. Voor ons is het vooral belangrijk om te weten wat er speelt, trends te signaleren en hierop in te spelen. Zo kunnen we blijven groeien in onze uitdagende vleesmarkt.”