Keurslager Arie Arisse: "Ik denk graag out-of-the-box"
Alleen voor een pond gehakt gaan mensen niet meer naar de slager. Daarom vindt Keurslager Arie Arisse het leuk en belangrijk om out-of-the-box te denken. Hij geeft masterclasses, heeft een keer een pop-up restaurant gehad, en verzorgt kerstpakketten op maat. Gaandeweg komen er steeds meer ideeën bij.
Het is begin december als we Keurslagerij Arisse in het Gelderse Beesd bezoeken. Op de toonbank staat een folder met kerstpakketten. “Daar zijn we vorig jaar mee begonnen, en dat bevalt goed”, vertelt slager Arie Arisse. “Met de folder brengen we bedrijven op ideeën. Vervolgens maken we de meeste kerstpakketten op maat. De ene klant wil een pakket met veel verschillende hapjes. De ander kiest liever voor een beenham. We denken daarin mee en we maken het compleet, bijvoorbeeld met een flesje wijn.”
Masterclasses
Tijdens het interview blijkt dat de ondernemer vol zit met creatieve ideeën. Zo verzorgt hij masterclasses, bijvoorbeeld voor bedrijven. “Zo’n masterclass is echt een beleving. Op locatie laat ik iets van het vak zien, zoals het uitbenen van een rund. Meestal laat ik de deelnemers ook iets doen, zoals worst maken. En ik bereid het vlees, bijvoorbeeld in een Green Egg, zodat ze iets kunnen proeven.” Arisse maakt geen reclame voor deze masterclasses, en hij neemt zeker niet elk evenement aan. “Ik ben daar kieskeurig in, omdat ik niet altijd aan het werk wil zijn. Dit betekent dat ik vaak voor groepen sta die het ambacht waarderen, zoals hobbykoks. Zo kan ik er iets bijzonders van maken.”
Pop-up restaurant
Arisse vertelt ook over een pop-up restaurant dat hij heeft gehad in een kroeg. “Dat begon als een geintje. Uiteindelijk hebben we die avond voor 50 tot 60 mensen gekookt.” En laatst heeft hij tien dagen achter elkaar de lunch en het diner verzorgd voor de buitenlandse gasten van een bedrijf. Arisse: “Dat bedrijf bestelt altijd belegde broodjes bij ons. Zo kwamen ze op het idee om de maaltijden voor hun gasten door ons te laten verzorgen. Natuurlijk kunnen we dat, en we denken daar graag in mee.”
Arisse zegt dat hetdat ‘out-of-the-box-denken’ steeds belangrijker wordt in het slagersvak. “Al die activiteiten zijn intensief. Je moet er veel energie in steken. Maar het maakt het ook leuk, en zo boor je nieuwe markten aan.”
Dry aged
De slager runt deze activiteiten vanuit zijn winkel in het Gelderse dorp Beesd. Dit is een mooie, grote winkel naast een supermarkt. “Wij zijn hier in 2009 gestart. We hebben toen geïnvesteerd in een moderne winkel met een tijdloze uitstraling. Dit is een goede keuze geweest, want de winkel past nog perfect bij deze tijd.”
Een echte eye-catcher is de rijpingskast met dry-aged vlees. “We hebben deze kast al vanaf het begin. Dry-aged vlees is geen hardloper, dus je hebt de investering niet snel terugverdiend. Maar het gaat me niet alleen om de omzet. De kast is ook goed voor ons imago. Het trekt een publiek naar de winkel dat op een hoog niveau kookt, en veel te besteden heeft. Zij kopen ook andere producten bij ons, en bestellen hier hun luxe barbecues. Daardoor is het de investering zeker waard geweest.”
Duurzaam
Het interieur is de afgelopen jaren in grote lijnen hetzelfde gebleven. Op andere vlakken is er wel veel veranderd. De slagerij werkte altijd al met rundvlees van eigen koeien. De laatste drie jaar is daar ander duurzaam vlees bijgekomen, zoals Livar en Pork Best varkensvlees, en scharrelkip. “Klanten verwachten van een slager dat hij duurzaam vlees verkoopt. Ik investeer veel om het verhaal achter het vlees uit te dragen in folders en in een eigen krantje. Gewoon vlees kunnen klanten namelijk ook bij de supermarkt kopen. Voor vlees met een verhaal komen ze naar ons.”
De slager is bovendien belegde broodjes gaan verkopen. Deze liggen niet in de winkel, omdat daar in Beesd geen vraag naar is. De broodjes worden bezorgd bij bedrijven. En we hebben een assortiment maaltijden, die doen het erg goed. Ik merk dat mensen kiezen voor de simpele gerechten, zoals bami, nasi, stamppot, of de luxere gratins. Een lekkere wildragout kan nog net. Maar moeilijke gerechten hoef ik hier niet te proberen. Klanten kiezen liever iets dat ze kennen.”
Facebook
Voor de toekomst ziet Arisse kansen op allerlei vlakken. “Het is vooral zaak om scherp te blijven, de trends te volgen en daar goed op in te blijven spelen.” Toch verwacht hij weinig van de toenemende invloed van sociale media, zoals Facebook. “Ik vind dat je het effect daarvan niet moet overdrijven. We plaatsen een foto op onze Facebook-pagina als we iets bijzonders te melden hebben, zoals ons pop-up restaurant of een bezoek aan een varkenshouderij in Spanje. Ook onze aanbiedingen staan op Facebook. Maar ik heb het gevoel dat het effect daarvan beperkt is. Klanten ‘liken’ het, en dat is een moment dat ze even aan ons denken. Daarna gaan ze weer over tot de orde van de dag.”
De slager ziet meer kansen in de komst van een webshop. “Daar ben ik al enige tijd mee bezig. Ik wil geen vlees gaan bezorgen, want ik denk dat dat logistiek te ingewikkeld is. Maar ik denk dat klanten het wel prettig vinden om via de webshop gemakkelijk producten bij mij te bestellen, zoals de belegde broodjes en de barbecue- of gourmetschotels. Ik wil ervoor zorgen dat klanten online kunnen betalen. Wij zorgen ervoor dat de bestelling klaar staat; klanten hoeven het alleen maar op te halen. Met zo’n webshop zetten we weer een stap vooruit, zodat we beter klaar zijn voor de toekomst.”
Hoe het allemaal begon
Arisse wist al op jonge leeftijd dat hij slager wilde worden. “Ik ben een boerenzoon, en ging vaak met mijn vader mee om de koeien naar de slager brengen. Zo kwam ik met het slagersvak in aanraking. Dat triggerde me.” Arisse volgde de SVO-vakopleiding, en werkte zes jaar als slager in loondienst. Op 26-jarige leeftijd nam hij de zaak van zijn broer over. “Ondernemer worden deed wel wat met me”, vertelt hij. “Ik had altijd wel het gevoel dat ik helemaal voor de zaak ging. Toch wordt alles anders als het van jezelf is. De remmen gaan los. Je kunt alles op alles zetten om het allerbeste eruit te halen.” Arisse bouwde de zaak uit, en had op zeker moment drie winkels. In 2009 besloot hij om twee daarvan aan zijn chefs te verkopen. Zo kon hij zich concentreren op zijn winkel in Beesd. “Het was zeker leuk om drie winkels te hebben. Maar als manager moet je natuurlijk veel aan je personeel overlaten. Zij leverden topkwaliteit, maar deden het niet altijd exact zoals ik het zelf had gewild.”
Toen ze in 2009 we naar een andere locatie in Beesd verhuisden, wilde hij weer zélf achter het hakblok staan en 100% voor één winkel gaan. “Sinds die tijd is onze omzet verdubbeld. Ik denk dat dat voornamelijk komt doordat ik zelf op de werkvloer aanwezig ben, en weet wat er speelt. Voor mij is dit de beste manier om te blijven groeien.”