Trend naar gemak en vaker bestellen van maaltijden is blijvend

Nederlanders eten steeds vaker aan huis bezorgde maaltijden. Met name het eet- en drinkgedrag van millennials en de generatie Z, jongvolwassenen tussen de 40 en 18 jaar, luidt het einde van de traditie van de oer-Hollandse maaltijdroutine in. Mensen ervaren tijdnood, hebben vaker geen zin om te koken, maar vinden gezond en lekker eten wel belangrijk.

Dat concludeert het FoodService Instituut Nederland, dat sinds 2003 consumentengedrag en de foodmarkt monitort, in de Beleidsmonitor 2021-2025 die onder meer is gebaseerd op een onderzoek onder 6000 mensen. Uit het onderzoek blijkt dat 50 procent van de Nederlanders minstens één keer per week geen zin heeft om te koken; een flinke stijging ten opzichte van twee jaar geleden. Toen was dit nog 35 procent. Deze ontwikkeling zet zich naar verwachting nog verder door in de jaren na de coronapandemie.

Jongere generatie

Ook geven meer Nederlanders aan minstens één keer per week geen tijd te hebben om te koken. Met name millennials en generatie Z zoeken alternatieven. 34 procent van de millennials, jongvolwassenen tussen de 25 en 40 jaar, eet regelmatig buiten de deur en haalt of bestelt eten. Uit eerder onderzoek van FSIN kwam naar voren dat 1 op de 5 Z’ers, jongeren tussen 18 en 24 jaar, zelfs minimaal één keer per week buiten de deur te ontbijt. Die routine wordt naar verwachting hervat wanneer het weer kan.

Eten werd in Nederland decennialang gezien als functioneel noodzakelijk om de dag goed door te komen, maar de laatste jaren wordt genieten van eten steeds belangrijker. Mensen willen graag gezond, lekker en duurzaam eten, maar ervaren gejaagdheid. Ze hebben steeds vaker last van een mentale overload. Daarom blijven ze zoeken naar oplossingen die het hen mentaal makkelijker maken om regelmatig een gezonde maaltijd op tafel te zetten. Zelf koken wordt dan als extra werk ervaren.

Meer alleenstaande ouderen

Ouderen van de zogenaamde babyboomgeneratie, met leeftijden tussen de 56 jaar en 75 jaar, gedragen zich aanzienlijk anders. Ze zijn minder snel overtuigd van het nut van uit eten gaan of eten bestellen, vóór noch tijdens de pandemie. Wel groeit met de toenemende vergrijzing ook het aantal eenpersoonshuishoudens in de komende 15 jaar - en gedragen meerpersoonshuishoudens zich vaker als éénpersoonshuishoudens. De behoefte aan ‘eenpersoonsgemaksoplossingen’, zoals kant-en-klaarmaaltijden en bezorgmaaltijden, zal in de toekomst naar verwachting meestijgen. Daarnaast ervaren ook ouderen dat ze, in vergelijking met twee jaar geleden, vaker geen tijd te hebben om te koken. 14 procent heeft minstens eens per week geen tijd, twee jaar geleden was dat nog 8 procent.

FSIN ziet dat zich met deze ‘ontkoking’ van de Nederlandse samenleving zich een meer divers aanbod ontwikkelt in retail en foodservice. Kant-en-klaar- en thuis te bezorgen maaltijden worden gezonder en de keuze ruimer, aangewakkerd door de coronacrisis. Met de sluiting van de horeca gingen veel mensen noodgedwongen thuis ‘uit eten’. De verwachting is dat zodra de horeca weer opengaat, een deel van de thuis-uit-eten-omzet terugvloeit naar écht buiten de deur eten. Een ander deel blijft definitief. Naast dat thuisbezorgen nu compleet is ingeburgerd en het bestelaanbod is uitgebreid, is thuis uit eten gaan voor heel veel mensen nog steeds een gezellige, veilige en goedkope optie.