De 7 zaken waar een toonbankkaartje aan moet voldoen

Een regelmatig terugkerende vraag. Wat moet op het toonbankkaartje staan? Een vraag die we per begrip behandelen. 

In De Slager 7 lees je ook meer over termen die voorbehouden zijn. Die mag je alleen gebruiken als het product aan specifieke eisen voldoet. In de tabel staan deze termen beschreven.

Hieronder de 7 zaken waar een toonbankkaartje aan moet voldoen.

1. Prijs

Ja. De prijs van het product (per eenheid of per kg/100 g) moet kenbaar worden gemaakt bij de producten in de winkel. Het meest voor de hand liggende is via het toonbankkaartje als het een product zonder verpakking betreft. Sommige slagers zetten de prijs op een bord in de winkel. Het mag geen zoekplaatje worden voor de klant. Dus dat wordt afgeraden. (Besluit Prijsaanduiding Producten)

2. Allergenen?

Nee. Allergeneninformatie moet verstrekt kunnen worden vóór de aankoop. Dat geldt voor 14 allergenen die wettelijk zijn bepaald (Verordening 1169/2011). De allergenen kunnen, maar hoeven niet, weergegeven te worden op het toonbankkaartje. Allergeneninformatie mag ook mondeling of via een tv-scherm in je winkel gecommuniceerd worden. De allergeneninformatie moet wel vastliggen en geborgd zijn. Ook moet de klant aangemoedigd worden om zich te melden als ze een allergie hebben. Bijvoorbeeld via de tekst: ‘Heeft u een allergie? meld het ons’. Via de webshop op www.knsnet.nl zijn toonbankdisplays beschikbaar.
Sommige slagers kiezen ervoor de allergenen op de achterzijde (leesbaar voor de verkoopmedewerker) van het toonbankkaartje te zetten. Zodat de klant snel geïnformeerd kan worden als er vragen zijn over allergenen. Handig, maar houdt de informatie actueel!

3. Ingrediënten

Nee. Ingrediënten moeten wel op voorverpakte producten worden vermeld in volgorde van afnemende hoeveelheid. Voor niet voorverpakte producten is dat niet nodig. Je bent wel vrij om (een aantal) ingrediënten op het prijskaartje te benoemen.

4. Vleesbereiding/vleesproduct/vleeswaar

Nee. ‘Vleesbereidingen’ en ‘vleesproducten’ zijn wel wettelijke aanduidingen waarvoor specifieke eisen van toepassing zijn. Deze aanduidingen hoeven niet bij een dergelijk product gecommuniceerd te worden via het toonbankkaartje. ‘Vleeswaar’ is geen wettelijke aanduiding en hoeft ook niet op het toonbankkaartje.

5. Vlees en het slachtdier

De term ‘vlees’ hoef je niet verplicht te vermelden bij spierweefsel van varkens, runderen of lammeren. Let op: Gebruik je de aanduiding ‘vlees’ in de benaming wel dan moet dit vergezeld gaan van de naam van het soort slachtdier. Dus op het toonbankkaartje voor pekelvlees moet het slachtdier (rund) vermeld worden.

6. Herkomst informatie vers vlees

Nee. Met de invoering van de Productinformatie verordening, aan het eind van 2014, werd het verplicht om geboorteplaats, plaats waar het dier gehouden is en plaats van slachting op te nemen op voorverpakt vers vlees (varkens-, pluimvee en schapen/geitenvlees). Voor niet-voorverpakt vlees geldt deze verplichting niet, Dus voor dit onverpakte vers vlees geldt geen informatieplicht rond herkomst.
Voor rundvlees geldt deze verplichting al sinds het jaar 2000. Deze is toen ingevoerd in verband met de BSE-crisis. Deze herkomstvermelding van rundvlees komt dus niet uit Verordening 1169/2011, maar uit de Verordeningen 1760/2000 en 1825/2000. Deze geldt niet alleen voor voorverpakte producten, maar ook voor niet-voorverpakte producten. Dus volgens de wet moet deze informatie voor klanten (nog steeds) beschikbaar zijn, ook bij niet-voorverpakte producten. Hiervoor heeft de KNS in de webshop ‘Blok etikettering rund- en kalfsvlees’ beschikbaar.

7. Voorkom misleiding

Uit het bovenstaande kun je concluderen dat je bij ‘Gebraden rosbief’ niet het slachtdier hoeft te zetten. Dat is juist. Uiteraard kun je het slachtdier wel vermelden uit oogpunt van service naar de klant. Aangezien niet elke klanten weet dat rosbief gemaakt is van rundvlees.
Uiteraard betekent dat niet dat rosbief ook van vlees van een ander slachtdier gemaakt kan worden. De meeste consumenten hebben een verwachting bij een product die voortkomt uit de naamgeving. Het product moet aan die verwachtingen voldoen. Is dat niet het geval dan is het nodig om aan te geven dat vlees van een ander slachtdier is gebruikt.
Om misleiding te voorkomen is er ook een maximum gesteld voor de hoeveelheid zetmeel die in gepaneerde producten mag zitten. Dit maximum is 6% zetmeel.

Conclusie

We kunnen concluderen dat er niet veel informatie op het toonbankkaartje hoeft te staan. Naast een aanduiding en de prijs, is het slachtdier verplicht als het woord ‘vlees’ in de aanduiding terugkomt. Wel is er een informatie plicht over allergenen, maar dat mag mondeling als de producten niet-voorverpakt verkocht worden. Als je aanduidingen gebruikt waarbij de consument andere verwachtingen heeft, moet je duidelijk informeren via het toonbankkaartje, zodat verwachtingen worden bij gesteld.

 

Lees ook het dossier over productinformatie