Albert Post: “Mijn vader pleitte al voor stress-loos vlees”
Een splinternieuwe slagerij, toenemende bewustwording bij klanten, een vrouw die de klanten kent – en een kappersbezoek opmerkt – en zelf een ondernemende visie op het vak van slager; het zorgt voor omzetgroei in de slagerij van Albert Post; tegen ontwikkelingen in de detailhandel in en “in een gebied waar meer lantaarnpalen staan dan mensen”. Wat is zijn verhaal?
Twee weken is Post Slagerij & Partyservice na een verbouwing pas open, als we in Hoogezand zijn voor deze reportage. Albert Post: “De vorige inrichting dateerde van 1983. We hadden de machines wel steeds gemoderniseerd, maar als je nog vijftien of twintig jaar vooruit wil, dan moet je toekomstbestendig zijn. Het is net als met een oldtimer, hij rijdt nog wel, maar ga je er ook mee naar Parijs?” Post werkte voor de realisering van de verbouwing, inrichting en klimaatbeheersing samen met Henk Renselaar van Climate32. Voor de moderne slagerswinkel is gekozen voor details van hout die het ambachtelijke karakter van de slagerij benadrukken.
Stress-loos vlees
Het ambacht begon al bij de ouders van Post. In 1968 begonnen zij hun eigen slagerij. Zelf slachten, daar stond vader Post voor. “Mijn vader was zijn tijd eigenlijk ver voorruit. Hij pleitte voor stress-loos vlees. Koeien en paarden die bij ons kwamen voor de slacht, liet hij eerst vier weken op stal staan, zodat ze tot rust konden komen. Dat zie je terug in het vlees, wist hij.” Later werd er gemorreld aan de regels en mochten slagers niet meer op die manier zelf slachten. “Mijn vader wond zich daar enorm over op. Hij stond altijd op de barricaden. Uiteindelijk werden deze regels weer teruggedraaid en heb ik nog tot het jaar 2000 geslacht. Varkens slacht ik nog steeds zelf, bij een vriend van mij die ook slager is. Het vlees snijd ik hier achter de winkel uit.”
Heftige tijden
Albert groeide op met het slagersvak – “als kind slachtte ik met kerst ontelbare konijnen” – en omdat hij geen specifieke andere ambitie had, volgde hij de slagersvakopleiding en begon te werken bij zijn ouders in de zaak. “Daarnaast startte ik vanuit de slagerij met catering, om extra omzet te creëren. In 1993 overleed mijn vader plotseling, hij was pas 56. De zaterdag ervoor waren wij getrouwd, op dinsdag overleed mijn vader en de zaterdag erna was zijn begrafenis. Heel heftig. Soms denk ik dat zijn strijd om te mogen blijven slachten, en andere zaken waar hij zich namens de branche druk om maakte, hem het leven hebben gekost. Ik was toen 25 en begon met mijn moeder een vof om met Post Slagerij & Partyservice door te gaan.” Moeder en zoon Post krijgen het moeilijk als steeds meer winkels in het winkelcentrum in Sappemeer sluiten. “Op een gegeven moment waren we de enige nog. Even overwoog ik iets anders te gaan doen, maar toen kreeg ik in 2004 de kans om de slagerij van de familie Fellinger op de huidige locatie in Hoogezand over te nemen. Dat hebben we gedaan.”
Het Team
Bijzonder detail: de moeder van Albert, haar pensionleeftijd al lang voorbij, werkt nog altijd mee. Ze woont nu boven de winkel en is nog elke dag actief. Vandaag staat er een grote kist appels klaar, die zij schilt voor gebruik in salades. En als ze later de winkel even inloopt, kent ze nog bijna iedere klant. Ook meneer Fellinger, die officieel na de overname door Albert Post meer dan tien jaar geleden, al is gestopt, staat nog iedere dag in de winkel. Hij helpt zowel achter als voor de schermen. Sandra Post, de vrouw van Albert, heeft de leiding in de winkel. Verder hebben ze een kok, een medewerker in de vleesproductie, een slager in de winkel en twee meisjes op zaterdag in dienst. Ook heeft het slagersechtpaar twee dochters, die ondanks hun studies regelmatig helpen.
Een specialiteit? “Die heb ik niet. Ik vind het belangrijk dat bij alles wat we doen, mensen zeggen: ‘Oh, komt het van slagerij Post? Dan is het altijd goed’.” Met de keuze voor partycatering is Albert soms meer eventmanager dan slager. “We doen alles. Van bruiloften tot begrafenissen, en van een enkele schaal hapjes tot het regelen van een feesttent met biertap en dinerbuffet. Ik heb zelfs een keer in de Martinikerk in Groningen een receptie voor 600 gasten en een dinerbuffet voor 300 personen georganiseerd. Een hoogleraar trad af en nam daar afscheid. We regelden de jasontvangst, de gedekte tafels en natuurlijk het buffet. De Martinikerk wilde dat het liefst zelf regelen, maar die hoogleraar wilde per se dat wij dat deden.”
Omzetgroei
Twee derde van de omzet komt uit de winkel, tegenover een derde omzet die voortkomt uit cateringactiviteiten. Post vertelt dat zijn omzet groeit, net als het aantal klanten in de winkel. “En dat in een gebied waar meer lantaarnpalen staan dan mensen,” lacht hij. Hoe verklaart hij die groei? “Er is een kentering in het denken van mensen. Ze worden zich weer bewust van voeding, willen weer weten over wat ze precies eten, en waar en hoe het is gemaakt. Bij ons hangt een bord in de winkel met ‘Deze week is het rundvlees geleverd door boer X uit plaats X’. Klanten kunnen dat controleren. Als ze willen, neem ik ze er zelfs mee naartoe. Bij mij mag iedereen alles zien, ik ga niks uit de weg. Een paar jaar geleden vroeg een klant: ‘Is dat plofkip?’ Ja, zeg ik dan. Inmiddels zijn al onze kipfilets gesneden uit scharrelvlees. Maar de boutjes komen nog van de plofkip. Dat heeft niet mijn voorkeur, maar wat in dertig jaar is ontstaan, draai je niet zomaar terug. Er is een enorme prijsdruk bij boeren ontstaan door het inkoopgedrag van supermarkten.”
Behalve in transparantie gelooft de slager in de persoonlijke benadering. Sandra is degene die hieraan in de winkel invulling geeft. En met succes. Sandra: “Ik ben geïnteresseerd in mijn klanten. Ik zie wanneer iemand naar de kapper is geweest en zeg daar iets over. Of ik vraag hoe het met de kleinkinderen is. Goede ervaringen gaan van mond tot mond.” Albert: “Op zaterdag staan ze hier in de rij. Mensen wachten soms drie kwartier op hun favoriete broodbeleg dat in de aanbieding is.”
Volgende generatie
Net als zijn vader, voelt Albert zich betrokken bij collega-slagers en bij de branche in het algemeen. Acht jaar lang zette hij zich in als bestuurslid van KNS. Na twee termijnen moest hij onlangs het bestuur verlaten. “Jammer”, vindt Albert. Vooral voor het MKB zou hij zich willen blijven inzetten. “Die groep voelt zich wel eens vergeten. Ik benoem dingen. Ik zeg wat ik vind en daarmee bepaal je mede de koers van een branche.”
Gelukkig zijn er nog genoeg plannen voor de toekomst. Zo koos de ondernemer bewust voor een ingrijpende verbouwing in deze fase van het bestaan van zijn winkel. Ook kocht Post een nieuwe machine voor het maken van worsten; een passie van hem. Twee keer in vier jaar tijd werd hij tweede van Noord-Nederland in de wedstrijd ‘Kampioen worstmakerij en traiteur’, van het Worstenmakersgilde. “Mijn vrouw heeft een nieuwe auto, en ik word blij van zo’n nieuwe machine. Ik kan er ook soepen en stamppotten in worstvorm mee verpakken. Dan kan ik in één keer meer maken en het is langer houdbaar. Een ander plan voor de toekomst: belegde broodjes. Ik vind het belangrijk dat we een goedlopend bedrijf blijven, zodat de volgende generatie er straks ook van kan leven. Al zijn dat waarschijnlijk niet mijn twee dochters; de een studeert psychologie de ander fiscaal recht. Maar je weet maar nooit!”