Marco van Strien, niet alleen slager maar vooral ook ondernemer.

Wie vanuit het westen het schilderachtige ‘s Gravenmoer inrijdt, ziet vooral boerderijen met hier en daar een bord ‘verse groenten en fruit te koop’. Pas na een tijd kom je op een T-kruising de eerste winkel tegen, recht tegenover een hotel en een gezellig terras. Het is de Keurslagerij van Marco van Strien.

Op een gewone donderdagochtend in het voorjaar is het een drukte van belang in de winkel, de slagerij en de keuken erachter. Tijdens het interview houdt Marco van Strien de touwtjes in handen. Hij proeft wat de kok heeft gemaakt, vertelt zijn verhaal en houdt tegelijkertijd in de gaten of de juiste bezorgadressen voor de bedrijfslunches gebruikt worden. Toen hij 24 jaar geleden begon, was het bepaald niet zo druk vertelt hij: “Ik heb flink moeten ondernemen om de zaak draaiend te krijgen.” Inmiddels heeft hij de zaak duidelijk tot gezonde bloei gebracht. Hoewel nog altijd 100% slager, ziet hij zichzelf tegenwoordig toch vooral als ondernemer.

Boerenzoon

Hij was pas 10 jaar toen hij al wist dat hij later slager wilde worden. Als boerenzoon uit Raamsdonk zag hij op het bedrijf van zijn vader de slager aan het werk, bij huisslachtingen. “Ik heb altijd geweten dat ik een eigen slagerij wilde. Op zaterdagen en na school werkte ik bij een slager in de buurt. Een medewerker die zijn leven lang bij deze baas werkte, leerde mij veel: slachten, uitbenen, uitvliezen.” Het ziet er naar uit dat Marco’s zoon zijn passie voor het slagersvak heeft geërfd; hij gaat naar de slagersvakschool.

Naamsbekendheid

Marco begon met de slagerij op zijn 22e. “Een dorpsslagerijtje was het, een beetje vergane glorie. Mijn vrouw Ine en ik werkten hard om alles op orde te krijgen, maar toen de winkel eindelijk open kon, kwam er niemand. Ik ben er vervolgens veel op uitgegaan, heb mensen uit de omgeving gevraagd waarom ze niet naar onze winkel kwamen, wat er nodig was om ze wel klant bij ons te laten worden. Langzaamaan begonnen ze ons te kennen. Wat ook enorm hielp, waren de prijzen die ik won, zoals de prijs voor de lekkerste zult van Brabant, de beste Saksische leverworst en de strijd om het ‘lekkerste ding uit Brabant’ met een bal van kalfsgehakt en met ragout”. Drie keer werd hij eerste in die provinciale wedstrijd. Het belang van de prijzen werd nog eens extra duidelijk door de omzetgroei na het winnen van de Spare Ribs Trophy in 2013. “Per week ging er 20 keer zoveel aan spareribs de deur uit. Mijn geheim? Na het marineren en voorbereiden de spareribs invriezen.”

‘s Gravenmoer is een dorp in de gemeente Dongen met niet meer dan 2.200 inwoners; een klein verzorgingsgebied. Toch komen klanten tegenwoordig, mede door het winnen van de vakwedstrijden, van heinde en verre, uit Breda tot Den Bosch. “Ondertussen blijven we heel actief in de lokale gemeenschap, onder meer met sponsoring. Dat hoort bij het ondernemen; mensen voor je winkel en je producten interesseren: het is een spel dat nooit ophoudt. Ik vraag het nog altijd aan mensen die geen klant zijn: waarom kom jij niet in mijn winkel? Soms zien ze het gewoon niet als mogelijkheid, omdat ze een andere boodschappenroutine hebben.”

High-tech

Als ondernemer heeft Van Strien investeringskansen altijd scherp in het oog gehouden. “In de beginjaren bouwden we achter de winkel productieruimtes, om aan derden te leveren. Toen die ruimtes af waren, ging de winkel lopen, dat was natuurlijk geweldig. We konden ze goed gebruiken voor het bereiden van gerechten en producten voor onze klanten: de horeca, bedrijven en kinderopvang.” De eerste verbouwing vond plaats in 2007. Het was ‘een upgrade’, aldus Van Stien. Afgelopen voorjaar was de verbouwing ingrijpender. Zijn vrouw en hij hadden niet een geen specifiek voorbeeld voor ogen; de ideeën voor de nieuwe winkel haalden ze her en der vandaan, ook uit het buitenland. Pas na acht weken verbanning naar een noodwinkel, mochten klanten in april dit jaar de zaak weer in. Daar zien ze dwars door de koelcel de slagers achterin de winkel aan het werk. De cel, met halve koeien en mooie Tomahawks, is helemaal van glas en geeft zicht op de productieruimte achter de winkel.” De halve koe die we zien is dit keer van de overbuurman, boer Burghout. “Een uitzondering,” zegt Marco, “want onze runderen komen doorgaans uit de Ardennen. Wij kiezen voor het beste vlees, van een constante kwaliteit. Kwaliteit is een voorwaarde, de basis. Wij onderscheiden ons door ons assortiment – onder meer met convenienceproducten, onze service en transparante winkel.” Die nieuwe winkel ademt in alles high-tech uit met volop glas, wit licht, grote grijze plavuizen, mooie vitrines, een moderne toonbank en een luxe zelfbedieningsmeubel. “Dat zelfbedieningsmeubel was een goede zet, daar verkopen we veel uit. We willen open en transparant zijn,” vervolgt Marco. “Wie de winkel binnenstapt, moet kunnen zien wat we doen in de slagerij.”

Prima locatie

Een eerdere investering die veel heeft bijgedragen aan de groei van de zaak, was de overname van de woning en het terrein achter zijn winkel, drie jaar geleden. Daardoor kon Marco parkeerplaatsen inrichten op een paar meter afstand van zijn winkel. Het leverde zomaar weer nieuwe aanloop op. “Klanten zeggen nu: je zit echt op een mooie plek. Dat klopt, de winkel en omgeving passen goed bij elkaar. Als je ‘s Gravenmoer binnenrijdt, zie je veel authentieke boerderijen en woningen in een bomenrijke omgeving. Een omgeving waar mensen komen voor iets bijzonders, voor mooie ambachtelijke producten zoals wij die maken. Dat was 22 jaar geleden wel anders. We hebben zelf hard gewerkt om er de juiste slagerij voor deze locatie van te maken.”

Toekomst

De belangrijkste reden om dit voorjaar flink te verbouwen, was: werken aan continuïteit. “Ik heb tegenwoordig 30 mensen in dienst, het is dus belangrijk dat de klanten blijven komen. Vergelijk het met de autofabrikant die eens in de zoveel tijd met een nieuw model komt; dat is nodig om de belangstelling voor zijn merk levend te houden.” Een onbedoeld maar welkom effect van de verbouwing, is dat een nieuwe groep klanten, tussen de 30 en 40 jaar, de winkel weet te vinden. “De komende jaren gaan we ervoor zorgen dat het bedrijf zoals het er nu staat, goed blijft draaien en verder groeit. Ik wil de vruchten plukken van al onze investeringen.” Terugkijkend ziet hij zijn boerenafkomst als belangrijke factor voor het succes. “Als boer weet je dat je met de oogst van drie weken in de zomer het hele jaar moet doen. En de boer heeft een afkeer van huren, die gelooft in kopen. Die aspecten heb ik meegenomen, als slager én als ondernemer.”